Dieter Coppens is voor ‘Down the road’ inmiddels al zes keer op reis geweest met een groep jongvolwassenen met het Syndroom van Down. Mensen waarmee hij ook buiten en na de opnames van het programma contact blijft houden.
En dat geldt ook voor zijn kinderen Suzy, Lou en Francis, vertelt de presentator in een interview met Story. “Meer dan ooit wil ik mijn kinderen meegeven dat je respect moet hebben voor mensen die een beetje anders zijn”, legt hij uit. “Ik vind het dan ook heel belangrijk dat ze mijn reisgenoten uit Down the road ontmoeten. Ze bellen zelfs met elkaar of sturen mekaar berichten. Ze maken ook echt deel uit van het leven van mijn kinderen. En daardoor weten die van mij nu ook perfect hoe je moet omgaan met mensen die een beperking hebben. Dat is ook het doel van het programma”, aldus Dieter.
“Veel mensen hebben angst voor wat ze niet kennen. Als ze iemand tegenkomen die anders is dan zij, dan weten veel mensen niet hoe zich te gedragen of hoe een gesprek aan te knopen”, meent hij. “Dankzij ‘Down the road’ – en dat vertellen de deelnemers me zelf – wordt er niet meer in een boogje rondom hen gelopen. Meer zelfs: ze worden spontaan aangesproken op straat. Die drempelvrees is weggenomen en dat leidt alleen maar tot een inclusievere wereld. Trouwens, zijn we niet allemaal uniek?” Vraagt de presentator zich af.