Als kind werd Hannelore Simoens verwend door haar grootouders. Als oudste kleinkind was de band met haar oma heel sterk. Ze trokken samen de stad in om mooie kleren te kopen, brachten samen veel tijd door en haar oma zou haar de liefde voor taal meegeven.
Er werd veel voorgelezen voor Simoens en dat mocht ook poëzie zijn. “Toon Hermans bijvoorbeeld. Waar ik dan weliswaar niet veel van verstond, maar mijn liefde voor taal, geen twijfel, die komt van daar.”, vertelt ze aan ‘Het Laatste Nieuws’.
Haar oma was een van de belangrijkste personen in haar leven en het deed dan ook pijn toen ze stierf. Ze leed aan Alzheimer en wist niet meer wie haar kleindochter was. Simoens was er ook bij toen ze stierf. Een moment dat ze nooit meer vergeet. “Ze keek me aan, ik voelde nog een hartslag en dat was het, ze was vertrokken.”