Al sinds zijn tienerjaren kampt Jens Dendoncker met epilepsie en dat heeft ervoor gezorgd dat zijn jeugd niet altijd zo onbezorgd was. “Die ziekte neemt je hele bestaan over, je begint vanalles op te offeren.”
Dendoncker groeide op rond Zwevegem waar destijds een nultolerantie heerste op fuiven. Bij een epilepsie-aanval tijdens een van die fuiven dachten de organisatoren meteen aan een overdosis. Uit angst dat de fuif werd stilgelegd hebben ze hem gewoon naar buiten getrokken.” Toen ik wakker werd, bovenop een vuilniszak, in de kou en in mijn T-shirt, voelde ik me echt uitschot. Weggezet bij het vuil. Meer een last dan wat anders.” Vertelt hij aan ‘Het Nieuwsblad’.
Het zorgde ervoor dat hij uiteindelijk niet meer naar fuiven ging om zijn vrienden te sparen. “Omdat ik wist dat ik na een paar uur tegen het dek kon gaan. En omdat ik geen zin had om mijn kameraden daarmee op te zadelen. Want die moesten me dan naar huis brengen.”